Bij een besnijdenis wordt een deel van de voorhuid verwijderd. Hiervoor snijdt men een eerste keer net onder de eikel rondomrond en een tweede keer rondomrond meer naar het lichaam toe. Hierna zal de uroloog de huid tussen deze twee insnedes wegnemen. Deze huid zit aan de onderkant natuurlijk nog vast aan de penisschacht. Als dit stuk huid volledig los is van de penis kan het deel voorhuid met de te nauwe diameter weggenomen worden.
Er is dan ook een deel van de voorhuid weg. Vervolgens wordt de rand van de voorhuid die overblijft tegen de snederand net onder de eikel gelegd. Tenslotte wordt rondomrond gehecht tot de voorhuid mooi aansluit met de onderrand van de eikel.
In slappe toestand kan de voorhuid soms toch nog over de eikel rollen.
De draad die voor de hechtingen gebruikt wordt door het lichaam opgeslorpt. Dit noemt men resorbeerbare hechtingen. Ze moeten dus niet weggenomen worden.
